Voorkom fiscale verrassingen: check je gebruikelijke loon.

Voor veel dga’s voelt het gebruikelijk loon als een fiscale formaliteit. Toch is het allesbehalve vrijblijvend. De Belastingdienst kijkt steeds kritischer naar de hoogte van het salaris dat je jezelf als directeur-grootaandeelhouder toekent. Een te laag loon kan leiden tot forse correcties en naheffingen. Als dga ben je verplicht om jezelf een zakelijk, marktconform loon toe te kennen.

Ook in 2025 geldt de regel dat je als dga minimaal het hoogste van de volgende drie bedragen aan jezelf moet uitkeren:

• het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
• het loon van de meestverdienende werknemer bij de vennootschap of van de meestverdienende werknemer van een verbonden vennootschap van de werkgever;
• ten minste € 56.000 per jaar.

Veel ondernemers kiezen voor het minimumloon dat is toegestaan, maar dat is niet altijd houdbaar. Zeker niet als het bedrijf goed draait, je personeel meer verdient dan jijzelf, of als je managementvergoedingen ontvangt via een holdingstructuur die niet in verhouding ligt met het dga-loon. In zulke gevallen kijkt de fiscus of het loon wel ‘gebruikelijk’ is, en dat ligt vaak hoger dan je denkt.

Wat kun je doen? Stel jaarlijks een onderbouwing van je loon op. Dat kan aan de hand van een loonbenchmark of simpelweg op basis van informatie over een soortgelijke functie in je branche op het internet. Wees daarnaast alert op wijzigingen in je bedrijfsstructuur of winstontwikkeling. Een proactieve aanpak voorkomt discussie achteraf.